Het idee van twee weken rust bestaat niet.
Een tijdje geleden zat ik bij de psycholoog.
‘Ik word zot dat ik zoveel MOET!’: zei ik.
Ik MOET met de kinderen naar de logopedist, ik MOET naar de winkel, ik MOET gaan werken, ik MOET mijn huis onderhouden, ik MOET zorg dragen voor mijn kinderen, ik MOET gaan tanken, ik MOET mijn administratie regelen …
Ik had geen energie meer.
Ik was niet ongelukkig, maar toch huilde ik vaak. Ik was gewoon op.
‘Als ik nu eens met de auto een ongeluk zou hebben? Een ernstig accident, waardoor ik in het ziekenhuis beland. Niet al te zwaar gewond uiteraard, maar wel ernstig genoeg om in het ziekenhuis te moeten blijven voor twee weken. Gewoon twee weken rust.’
Deze gedachte spookte regelmatig door mijn hoofd. Het idee van twee weken rust bestond niet, tenzij in bovenstaand scenario. De enige manier waarop ik rust zou kunnen vinden, is als ik door overmacht in het ziekenhuis zou belanden. Mijn omgeving zou niet voor mij moeten zorgen, dat deden de verpleegkundigen wel. Dat is namelijk hun job, zij worden hiervoor betaald. Die twee weken rustperiode is volledig terecht; want de dokter, dé echte professional, heeft dit zo aan mijn omgeving verkondigd.
Zelf meedelen aan mijn omgeving dat het even niet gaat, dat de batterijen op zijn, dat ik besloten heb om een rustperiode in te lassen, dat doe ik niet. Ik ben niet flauw of zwak.
En toen kwam de crash! Geen echte autocrash, maar wel de mentale crash.
Dus vanaf het moment dat jouw oog begint te twitchen, je constant hoofdpijn hebt, je nooit meer zin hebt in seks, je onverwachte huilbuien krijgt… probeer dan zelf actie te ondernemen.
Zoek hulp bij vrienden, dokters, psychologen… durf te zeggen dat het eventjes niet lukt. Het maakt jou niet flauw of zwak. Ik heb zelf een hekel aan melig gedoe. Voor mij werkt zeemzoet en zweverig ook niet. Ik knap daarop af.
Maar ik heb wel rust gevonden bij mijn psychologe. Mia for president!
Laat het niet te ver komen. De rust zal niet spontaan in jouw schoot geworpen worden, je zal er zelf voor moeten zorgen!

Van flirt naar milf... moeilijker dan verwacht.
Moeder worden heeft verregaande gevolgen.
Plotsklaps was ik een ander mens!
Althans niet voor mezelf, maar wel in de ogen van de maatschappij en mijn omgeving. De titel mama draag je voorgoed met jou mee.
Wanneer ik op café ging met vrienden en ik kwam oude bekenden tegen, kreeg ik alleen maar vragen over mijn baby en daarna viel het gesprek stil.
In mijn leven als kersverse mama bestond er plots geen smalltalk meer, geen geflirt en al zeker geen ongepaste moppen.
Wanneer ik een reisje plande zonder mijn kinderen, dan kreeg ik meermaals de vraag of ik de kinderen niet zou missen.
Andere moeders lieten mij beschaamd voelen door uitspraken te doen zoals: ‘Een week zonder mijn kinderen, dat zou ik nooit kunnen!’ (<-lees voorstaande zin met nodige dramatiek en grote opengesperde ogen)
Aan papa Johan of papa Koen worden die vragen niet gesteld, wanneer zij een citytrip plannen met de kameraden.
En eerlijk gezegd ‘NEEN!’ De kinderen worden niet gemist op reis! Geen moment! Geen seconde!
Weg zijn uit de routine, genieten van een kinderloze periode, een week zonder kinderdrama, een week zonder te moeten zorgen… Wat valt er dan te missen?
Ik mag zoiets niet zeggen natuurlijk. Mama's mogen niet grof of bot zijn. Een moeder moet zacht zijn. Terwijl ik vroeger de meest ranzige praat mocht verkopen, is het plots niet meer gepast.
Dat doorschijnende topje in mijn kast, doe ik ook niet meer aan.
En flirten, dat mag helemaal niet. Onschuldig geflirt, bestaat gewoon niet meer. Mannen kijken plots anders naar ons.
Wanneer je denkt te transformeren van flirt naar MILF op één dag tijd, kom je van een kale reis thuis. Geen enkele man heeft zin in een jonge mama. Een moeder met haar baby is louter vertederend en allesbehalve sexy.
Een MILF worden we pas als de baby niet meer op onze arm zit. De smalltalk komt dan terug, de grove humor wordt ook opnieuw gewaardeerd. We kunnen eindelijk opnieuw onszelf zijn.
Hallelujah!
Lang leve de verjaardagen van onze kinderen! En hoera voor de spontane pijpbeurten op de trampoline in de tuin!

Check v Check v Check v
Elke moeder is een Superwoman!
Moeders maken zich constant zorgen, hebben het gevoel op vele gebieden te falen en moeten heel de tijd aan huishoudmanagement doen. En dit doen ze dikwijls in combinatie met een (fulltime) job.
Zullen we nu even stoppen met onszelf altijd voor de kop te slaan over dingen die we niet ‘perfect’ doen?
Je hoeft echt niet elke dag gezonde snacks te voorzien, jouw kind hoeft echt niet elke dag de hipste kleren aan te hebben, je hoeft niet elke vreemde uitspatting van jouw kind op een weldoordachte pedagogisch en wetenschappelijk onderbouwde manier aan te pakken, je hoeft niet de meest originele cadeautjes te scoren in de winkel, je hoeft niet de coolste mama aan de schoolpoort te zijn...
Bekijk onderstaande zinnen en denk even na of deze op jou van toepassing zijn:
- Ik probeer meestal een voedzame maaltijd te voorzien voor mezelf/mijn gezin
- Ik geef elke dag minstens 15 minuten van mijn volledige aandacht aan mezelf/mijn gezin (geen gsm en sociale media is hier een must!)
- Ik zorg ervoor dat het huis leefbaar is
- Ik zorg voor propere was op geregelde tijdstippen
- Ik durf al eens iemand te verwennen door een koekje of chipje te kopen
- Ik heb een bad of douche in huis met stromend water
- Ik heb boeken, spelletjes of knutselmateriaal in huis
- Ik ben niet verbaal en fysiek agressief naar mezelf en anderen toe
- Ik doe mijn best om het in huis gezellig te maken
- Ik doe mijn best
Het lijkt misschien een belachelijke opsomming, maar geef nu eerlijk toe. Als we het bovenste lijstje bekijken, moeten we toch het gevoel krijgen van goed bezig te zijn.
De maatschappij legt een veel te hoge druk op ons. We moeten welvarend zijn, gezond zijn, milieubewust zijn, een goede ouder zijn, een goede collega zijn, een goede partner en goede vriend/in…
Uit vele onderzoeken is gebleken dat de Westerse wereld met al zijn rijkdom en kapitalisme geen gelukkige wereld is. Blijkt zelfs dat mensen in armere landen vaak een hoger geluksgevoel aangeven.
Onze kleine zorgen maken ons vaak meer ongelukkig, dan grote zorgen. En wij moeders, wij zijn expert in het onszelf veel moeilijker te maken dan het is, door te hoge eisen te stellen aan onszelf.
Af en toe moet je 'Let it go' kunnen zeggen. Niet tegen jezelf, maar tegen je perfectionisme. FOERT!

Karen kan het niet aan. Ze is mentaal te zwak! Wenen! Wenen! Wenen!
Ik ga een kat een kat noemen.

Ik word soms overweldigd door mijn to-dolijstjes. Er wordt precies zoveel van mij verwacht, dat ik het overzicht compleet verlies. Ik voel mij geheel overdonderd door alle zaken in mijn agenda, op mijn werk en in het huishouden.
Ik MOET dan ook zoveel dingen doen!
Onlangs zat ik bij mijn moeke op het terras. Ze had last van haar rug en ze vertelde dat de kuisvrouw twee weken na elkaar niet kon langskomen.
Ik zei al zwanzend: 'Dan zal ons vake moeten kuisen!'. Beide schoten we in de lach. Maar toen het lachen stopte, besefte ik dat het eigenlijk niet grappig was.
Dit toont voor de zoveelste keer aan dat er van mama's meer verwacht wordt dan van papa's.
Op de eerste plaats komen die verwachtingen van onszelf, maar ook van onze ouders, onze werkomgeving, onze kinderen, onze partner, de maatschappij…
'Trek het u allemaal minder hard aan', zegt mijn vriend dan.
Dat is zo’n typisch zinnetje, waar ik geen hol aan heb.
Het is een zin vol wijsheid, maar het is een cliché dat op niets slaat. Hoe doe je dat? Het u niet aantrekken?
"FOERT", zei Mia, mijn psychologe en ze sprak over gezond egoïsme. Gedaan met iedereen te pleasen!
FOERT, dat was mijn redding! Dat was mijn woord! We zouden het veel vaker moeten zeggen.
Als er iets speelt in mijn hoofd, dan kan het zinnetje ‘Trek het u niet aan’ niet zoveel teweegbrengen als het woord ‘FOERT’. Eigenlijk zegt het net hetzelfde en toch komt het anders binnen.
Vandaar Mamamoetjes!
Een blog vol clichés, maar op een andere manier gebracht.
We gaan zorgen voor humor en herkenbaarheid en vooral geen flauwekul.
Geen flauwe woorden, geen mildheid! Fuck mildheid!
We gaan voor gezond egoïsme! Voor ‘NEE’ zeggen en vooral voor: FOERT!

Rush Rush Baby!
Het schooljaar is opnieuw gestart en als je kinderen in huis hebt, dan is er van een rustige ochtend geen sprake meer. Je weet dat de routinemachine nog niet op punt staat, maar toch heb je een vals gevoel van goed voorbereid te zijn op de chaos die zal komen.
Ik ben iemand die graag op tijd aankomt op het werk. Hierdoor vind ik altijd een parkeerplaatsje in de buurt, kan ik op het gemakje nog even in de leraarskamer zitten terwijl ik mijn agenda overloop en kan ik met een gerust gemoed de werkdag starten. Viel dat eventjes tegen vandaag!
Om 7u00 liep mijn wekker af. Ik stond meteen op, zodat mijn vriend niet wakker werd van mijn wekker en trok de kleren aan die ik de avond ervoor al had uitgekozen.
Ik ging naar de badkamer, waste mijn gezicht, stak mijn lenzen in, deed een beetje mascara aan, spoot deodorant, deed mijn uurwerk aan en als laatste ging ik naar het toilet. Dit doe ik zodat de kindjes niet wakker worden van het doorspoelen van de WC.
Merk op; al de voorgaande handelingen hebben te maken met het welbevinden van mijn vriend en kinderen. Ik probeer elke ochtend het licht en het geluid tot een minimum te beperken, zodat mijn drie reusjes als roosjes kunnen doorslapen. Na het doorspoelen van de WC ging ik mijn kindjes wakker maken. Zacht en liefdevol streelde ik over hun rugje en zei dat het tijd was om op te staan. Ook hier verliep alles zoals normaal.
So far so good!
Maar dan komt de rush.
Mijn vriend moest voor deze ene keer ook op tijd opstaan. Hij sprong uit ons bed en begon zich in allerijl klaar te maken. Ik besefte meteen: er gaat van zijn kant geen hulp komen deze ochtend. Het was 7u15 en om 7u20 stond hij al buiten en reed hij naar zijn bijscholing.
Ik ging naar beneden en startte met het dekken van de tafel. Plots stond mijn oudste dochter voor mijn neus. Haren ongekamd en pyjama nog aan. ‘Mama, vandaag heb ik LO en ik moet mijn oorbellen uitdoen.’, zegt ze. Uit deze mededeling moet ik opmaken dat ik de slotjes van haar oorbellen met openen, want dit kan ze zelf niet doen.
Ondertussen hoorde ik mijn jongste boven luid hoesten. Ik negeerde deze geluiden en dekte verder de tafel. Ik vulde de drinkbussen en stak mijn broodje in de toaster.
Ondertussen nam ik alles klaar om mijn dag door te komen: mijn yoghurtje, mijn slaatje, mijn drinkbus...
Terug aan de ontbijttafel merkt mijn oudste dochter op dat ze haar boekentas niet alleen achterop haar fiets kan binden. Haar boekentas weegt veel te veel voor dat kleine smalle ruggetje, dus ze moet die op een andere manier naar school vervoeren. De snelbinder daarentegen spant dan weer te hard, waardoor ze de boekentas niet op haar fiets krijgt. Klein detail: ze is de avond ervoor vergeten haar boekentas te maken.
Ik reageer meteen: ‘STOP dan nu meteen met jouw ontbijt en maak EERST jouw boekentas! Binnen ACHT minuten wil ik vertrekken naar school, dus als ik jouw boekentas nog op jouw fiets moet binden, moet je die NU maken!’.
Ze gehoorzaamde gelukkig onmiddellijk en schoot in actie. Terwijl ik met de dochters overliep waar ze allemaal moesten aan denken voor ze het huis zouden verlaten, at ik snel mijn toastje met confituur.
Ze moeten de lichten uit doen, ze moeten het beleg in de koelkast zetten, ze mogen hun boekentas en turnzak niet vergeten en ze moeten de deur op slot doen.
Wow, denk ik bij mezelf, Wat een lang lijstje, dat schrijf ik beter op!
Ik ging naar mijn bureau en nam de post-its. De vijf taken schreef ik op en kleefde ze op de achterdeur. Ondertussen tikten de seconden genadeloos verder.
Ik nam een paar sokken en deed mijn schoenen aan, terwijl mijn jongste met een zielig gezichtje kwam vragen of ik nog siroop voor haar wilde uitschenken. Natuurlijk wilde ik dat doen, dat kind hoest bijna de ziel uit haar lijf.
‘Ok schatjes, ik ben weg! Denk aan de lichten, het beleg, jullie eten en drinken, de turnzak, de boekentas en doe de deur op slot! I love you! Tot vanavond!’ en ik trek de deur achter mij dicht, terwijl de meisjes wuiven en ‘Love you toooooo!’ roepen.
Bij het naar de auto wandelen, besefte ik dat ik geen propere mondmaskers meer had en moest snel even terug om een propere batch te kunnen wegsteken en dan was ik ECHT weg!
Ik was op tijd aan mijn school. Ik vond een parkeerplaats. Ik ging naar binnen. Zette me rustig neer en moest bekomen van wat ik allemaal had gepresteerd op drie kwartier tijd. Ik nam mijn GSM erbij om het geluid op stil te zetten, net op het moment dat mijn vriend een berichtje stuurt: 'Kan je het winkellijstje maken en naar mij doorsturen? Wat gaan we trouwens eten vanavond?'.
En nu vraag ik mij af… ‘Moet dit nu echt?’
Moet ik overlopen wat ik verwacht van de meisjes? Moet ik die oorbellen losmaken? Moet ik die hoestsiroop zelf inschenken? Moet ik die boekentas onder de snelbinder steken? Moet ik echt ALLES zeggen en nog eens opschrijven en herhalen? Moet dit? Of moet dat van mezelf?
Het licht mag niet blijven branden, want dit kost geld. Het beleg moet koud staan, want het wordt slecht. Mijn dochter heeft siroop nodig en er staat een kinderslot op de fles, dus ik moet helpen. Mijn dochter moet haar oorbellen uitdoen en ze krijgt ze zelf niet uit, dus ik moet dat doen. Uiteraard moet de deur moet op slot, want anders is het niet veilig. Ja, alles moet echt! Dat denkt dit Mamamoetje. Ik vind dus geen rust na de rush en dit blijft nazinderen, de hele dag door… Ben jij ook een Mamamoetje?

Ik lig wakker van... goh... alles!?!
Ben ik de enige die het gevoel heeft dat andere mensen de leukste uitstapjes maken, terwijl ik niet verder kom dan het park bij ons in de buurt? Dat de kinderen van mijn vrienden de interessantste hobby’s uitvoeren, terwijl de mijne gewoon op zondag naar de Chiro gaan? Dat iedereen in mijn omgeving de mooiste en hipste kleren draagt, van merken die voor mij onbetaalbaar zijn? Of dat een verjaardagsfeestje of babyborrel telkens een display wordt van creativiteit, originaliteit en geld?
Onlangs werden we uitgenodigd op het fantastische huwelijksfeest van mijn schoonbroer en schoonzus. Alles was tot in de puntjes verzorgd. En ik zat ermee verveeld. Als mijn vriend en ik ooit zouden willen trouwen, dan zal het iets totaal anders moeten worden. Financieel kunnen wij ons zoiets gewoonweg niet veroorloven. Financieel kon ik zelfs mijn outfit voor hun trouw niet veroorloven.
Op de koop toe deed mijn metekindje diezelfde dag haar vormsel. Ook hier had ik geen geld meer te spenderen, maar je kan toch niet anders? Ik maak weleens een tekening voor haar of schrijf een leuk briefje, maar je koopt toch altijd iets? Al is het maar een kleinigheidje?
Deze maand zal ik aan mijn spaarcentjes moeten zitten, dat is nu eenmaal zo. Ook al denk ik bij mezelf: daar dienen die toch niet voor! Spaargeld dient niet voor cadeautjes en feestkledij. Spaargeld dient voor een financiële tegenslag die opgevangen moet worden.
Wat ik vaak doe, is op zoektocht gaan naar de perfecte spulletjes. Op die manier kan ik de schijn hoog houden dat het op financieel vlak allemaal goed gaat. Het juiste behangpapier voor nog geen €30/rol, of het ideale salontafeltje voor nog geen €40. Ik kan ook ontzettend genieten van het vinden van een nieuwe outfit die in totaal nog geen €100 kost. Dan heb ik het niet alleen over kleren, maar ook over schoenen, kousen, handtas en oorbellen inbegrepen.
Uiteraard gaan er nu bij sommigen onder jullie alarmbellen af. Zo goedkoop, dat kan niet ethisch verantwoord zijn! Denk aan mensenrechten, denk aan klimaat, denk aan duurzaamheid.
Gelijk hebben ze! Ik lig daar ook wakker van! Net zoals ik wakker lig van mijn bankrekening die op het einde van de maand weer in het rood staat. Ik lig wakker van het verkeerde voorbeeld te geven aan mijn kinderen als het op geld aankomt. Ik lig wakker van mensenrechten en het klimaat. Dat is net het probleem. Ik lig van alles wakker! Ik wil zonnepanelen en een elektrische wagen, maar dat kan ik mij niet veroorloven. Ik wil mijn ogen laten laseren, zodat ik geen lenzen meer hoef te kopen en er geen extra plastieken flessen met lenzenvloeistof worden geproduceerd. Ik wil creatieve cadeautjes kopen voor iedereen die ik graag zie. Ik wil leuke outfits kopen voor mezelf en mijn dochters, bij winkels die rekening houden met al het bovenstaande. Ik wil niet elke week hetzelfde eten, maar ik wil afwisseling en variatie. Ik wil, ik wil … Ik wil enorm veel dat buiten mijn budget valt.
Nu hoor ik enkele vriendinnen zuchten en denken: 'Wees blij met wat je hebt!' of ‘Koop dan tweedehands of koop lokaal bij de boer in jouw buurt.’ Ik weet het allemaal wel.
Maar mag het voor één keer minder zijn? Minder gezeur op alles wat ik verkeerd doe? Minder hoge verwachtingen op gebied van feestjes en geschenkjes? Minder problemen maken van mijn consumeergedrag? Minder gedachten in mijn hoofd om van wakker te liggen? Kan ik voor mezelf eindelijk eens wat minder streng zijn?
Laat het gewoon voor deze ene keer even minder zijn…

Zenna Kalm!
Ik krijg mijn hoofd niet stil. Al lig ik in bed, of rijd ik met de auto, al sta ik onder de douche of kijk ik naar een soap op televisie. Mijn hoofd zit overvol en raast tegen 200km/u!
Ik ga proberen om zo’n stroom aan gedachten weer te geven. Als je dit leest, weet dan dat dit niet hetzelfde is als in mijn hoofd. In mijn hoofd schiet alles voorbij aan lichtsnelheid,
maar ik ga trachten mijn sprongen zo goed mogelijk weer te geven. Dan weet je welke links ik allemaal leg en hoe ik steeds van de hak op de tak spring.
De laatste tijd pieker ik over mijn tuin. Heel mijn huis werd gerenoveerd, met de financiële hulp van mijn ouders. Nu is het aan mij om mijn tuin en garagebox aan te pakken.
Als ik aan mijn tuin denk, dan denk ik onmiddellijk aan de buren. Die mensen vinden mij waarschijnlijk geen goede buurvrouw, omdat ik mijn tuin niet voldoende onderhoud. Het gras staat altijd veel te hoog en de klimophaag die mijn ex zo graag wou, klimt en kruipt overal waar die niet moet komen. Door te denken aan mijn buren, komt er meteen een gevoel van onzekerheid en ongemakkelijkheid naar boven.
Ik keer met mijn gedachten terug naar mijn tuin en garagebox en voel mij meteen schuldig tegenover mijn vader, die de hele zomer lang de klimophaag heeft verwijderd, omdat ik het onderhoud ervan niet zag zitten. Een groot schuldgevoel landt bovenop de onzekerheid en maakt het allemaal nog een tikkeltje intenser.
Om dan nogmaals terug te keren naar mijn tuin. Ik probeer opnieuw oplossingen te bedenken voor een aangename en mooie buitenruimte, waar ik weinig onderhoud aan heb.
Ik ben graag buiten. Ik prijs mezelf ontzettend gelukkig dat ik een groot terras heb en een tuin. Wat een privilege om gewoon buiten te kunnen zijn! Die buitenruimte is mijn eigendom... Fantastisch toch! Zeker in tijden van een lockdown is een tuin geen overbodige luxe. Al die mensen die in een stad wonen, op een klein appartement met een klein of zelfs zonder terras. Hoe erg is dat? Zou het geen mensenrecht moeten zijn? Niet alleen het recht op een dak boven uw hoofd, maar ook het recht op een 20m² buiten? Zouden er niet een pak minder problemen zijn dan? Openbare zwembaden en stranden waar er sprake is van overlast door jongeren die het daar te bont maken, zou dat probleem dan nog steeds zo vaak voorkomen? En waarom zien zoveel mensen niet in dat probleemgedrag gelinkt is aan achterliggende redenen zoals armoede, moeilijke thuissituaties, foute opvoeding…?
Maar ik dwaal opnieuw af en probeer me te focussen op het probleem waarover ik aan het piekeren ben. Een onderhoudsvriendelijke tuin. Misschien moet ik gewoon overal beton gieten? Een skateoppervlakte voor mijn meisjes maken? Of misschien is een zwembad wel een oplossing? Maar dat is dan weer erg prijselijk en vraagt ook veel onderhoud. Zou het onderhoud voor een zwembad wel iets zijn voor mij? Of zou ik dat ook echt niet leuk vinden om te doen? Groene vingers heb ik niet. Dat is duidelijk. Ik geniet er niet van om in de tuin te werken. Deels omdat ik hooikoorts heb en daardoor last heb van jeukende ogen en een kriebelende neus. Maar ook omdat ik niet zo scheutig ben op insecten. Dit ligt dan weer aan het feit dat ik tamelijk allergisch kan reageren op beten van zo goed als elk dier dat zijn tanden in mij wilt zetten. Hebben insecten eigenlijk tanden? Dat is vast een foute woordkeuze. Ik zou dat eens aan de Selle kunnen vragen, mijn goede vriend de bioloog. Ach, wat maakt het ook uit.
Terug naar dat zwembad. Zoiets gaat veel te duur zijn. Gaat die investering wel de moeite waard zijn? Ik ga sowieso een lening moeten afsluiten om dat te kunnen betalen.
Langs de andere kant sta ik in het onderwijs en heb 2 maanden vakantie in de zomer. Misschien is een zwembad zo slecht nog niet? En sinds de geboorte van mijn dochters zijn er ook al meerdere hittegolven gepasseerd in ons land. Een zwembad kan ook als een meerwaarde voor mijn huis gezien worden. En ik hoef geen tuin te onderhouden. Dus dat zijn toch al een boel redenen om een zwembad wel te overwegen.
Maar langs de andere kant is het echt wel duur. En het onderhoud ervan wil ik zeker niet onderschatten. Wat gaan mensen van mij denken als ik een zwembad heb? Ik ben altijd verrast als ik hoor dat iemand een zwembad heeft, dan link ik dat meteen aan rijk zijn. Maar ik ben niet echt rijk. Of jawel, ik ben wel rijk. Voornamelijk omdat mijn ouders mij financieel gesteund hebben de voorbije jaren. Hierdoor woon ik in een prachtig huis, al zeg ik het zelf. Maar ik betaal wel op mijn eentje een lening af. Mijn auto met bijhorende verzekering en benzine, dat is ook voor mijn rekening. Grote kosten in huis ook uiteraard. Twee dochters kunnen ook wel wat geld kosten. En als leerkracht verdien je nu niet bepaald het grote geld. In vergelijking met vele anderen zal ik als rijk worden beschouwd, maar bij een rijk persoon denken mensen automatisch aan veel geld op de spaarrekening, grote villa, meerdere auto’s, de nieuwste IPhone, dure kleren… Dat is bij mij niet het geval. Ik ben zeker niet arm, maar zeker ook niet rijk. Waarom zou ik dan in godsnaam overwegen om een zwembad te plaatsen in mijn tuin?
Terug naar af. Die tuin? Wat ga ik doen met mijn tuin?
Heel bovenstaande gedachtegang is iets dat in een fractie van een paar seconden door mijn hoofd schiet. Mijn gedachten zijn razendsnel en de emoties erbij zijn intens. Zo heb ik vaak het gevoel dat ik uren wakker lig in mijn bed. Ik kan de klok op de kerktoren elk uur en elk halfuur horen slaan. Toen ik onlangs een Fitbit cadeau kreeg van mijn vriend, was ik dan ook verrast dat mijn slaapkwaliteit toch 80% bleek te zijn.
Is het minder erg met mijn slaap gesteld, dan ik oorspronkelijk dacht?
Ondanks die conclusie, blijft mijn probleem in mijn hoofd zitten. Zo had ik me gisteren voorgenomen om echt te genieten van de Krokusvakantie. De meisjes zijn bij hun vader en ik ging uitslapen. Maar toen ik ’s ochtends wakker werd, was het eerste dat door mijn hoofd schoot: Is er voldoende brood in huis? Moet ik naar de bakker gaan? Ik moet het rolluik omhoog doen, want mijn planten krijgen niet voldoende zonlicht. Staat alles omhoog voor onze robotstofzuiger, die binnen een uurtje begint rond te rijden?
Het is ontzettend vermoeiend om mij te zijn. Mijn vriend noemt mij intens. Dat lijkt mij accuraat.
Een intense gevoelige piekeraarster. Vreselijk toch?

Zelfs de biologische klok MOET je horen tikken
Wij mama’s MOETEN zo ontzettend veel!
Zelfs voor we zwanger zijn, moeten we de biologische klok horen tikken. Indien niet, zal onze omgeving ons hier wel aan herinneren. Geen kinderwens hebben, wordt nog steeds als iets vreemd beschouwd. Het lijkt wel alsof wij als vrouw geen volwaardig mens kunnen zijn, zonder het moederschap.
Voor de dames die wel een kinderwens hebben, starten de moetjes al vanaf de eerste positieve zwangerschapstest. Daarna stopt het niet meer. Tot het einde van ons leven zijn er plots ‘moetjes’ waar we niet aan kunnen ontsnappen.
We moeten de juiste vitaminen nemen, we moeten bereidingen met rauwe eieren, rauwe groenten, rauw vlees en rauwe vis mijden, om nog maar te zwijgen over de niet-gepasteuriseerde kazen én we moeten 40 weken lang alcohol bannen.
De eerste ‘moetjes’ laten zich duidelijk voelen.
Nog voor de kleine er is, moeten mama's ook alles organiseren. Hier hoort één gigantische bekentenis bij: WE MOMMA'S LOVE IT!
We raken er soms door overdonderd en zullen het dan ook op onze wederhelft afreageren, maar stiekem willen we niet te veel hulp en inspraak. Want wij gaan iets creëren!
Wij gaan iets maken dat van ons is en dan is een extra mening compleet overbodig.
We mogen een naam verzinnen, kleertjes uitzoeken, een kinderkamer inrichten, suikerbonen kiezen, een geboortekaartje laten/zelf ontwerpen, een geboortelijst leggen…
Hoe origineler, hoe beter trouwens! In plaats van onze creativiteit volledig bot te vieren op het inrichten van de kinderkamer, zadelen we onze kinderen ook nog eens met vindingrijke namen zoals Prinses Scarlet, Mensje of X AE A-XII op.
Dat volledig ter zijde.
En dan worden we mama...

Ik ga op reis en ik neem mee...
Op reis gaan betekent ont-stressen, rust zoeken, genieten van andere plaatsen en van tijd doorbrengen met jezelf en met je gezin, je geliefde, je vrienden…
Stress ervaren wij in ons dagdagelijks leven.
We krijgen stress door onze job. We krijgen stress omdat we perfectionistisch zijn. We proberen elke dag de perfecte moeder of vrouw te zijn, maar we falen op regelmatige basis grandioos. Ons huis is soms een rommeltje en dat resulteert in chaos in ons hoofd. We moeten het gewoon toegeven, moeders zijn stresskippen.
Wij kunnen af en toe een reisje gebruiken.
Maar er zit een addertje onder het gras. Een reis plannen zorgt ook voor stress. De bestemming kiezen is al het eerste struikelblok. Iedereen moet akkoord gaan met de keuze van het land en de manier waarop er gereisd wordt. Gaan we op hotel, gaan we kamperen, gaan we rondtrekken met de auto, gaan we een appartement huren, vragen we nog volk mee…
Nadat de bestemming en de manier van reizen vastligt en de trip begint te naderen, komt al het voorbereidende werk.
Welke kleren willen we meenemen? Moet er nog iets gewassen worden? Welke spelletjes nemen we mee? Moeten we nog eens langs de dokter om voorschriften te halen voor de reisapotheek? Werd er rekening gehouden met goed weer en slecht weer?
We moeten als moeder echt aan allerlei zaken denken en dat zorgt opnieuw voor stress.
Mannen hebben geen flauw idee wat voor een organisatie op reis gaan eigenlijk inhoudt. Het enige dat zij belangrijk vinden om mee te nemen is: hun oplader en proper ondergoed.
De dag van vertrek is dan eindelijk aangebroken. De auto moet worden ingeladen. De valiezen in de kofferruimte puzzelen lijkt heel sterk op Tetris. Dit is dan ook echt mannenwerk, vinden de mannen zelf. Het stressniveau van alle partijen stijgt.
De GPS werd de avond voordien reeds ingesteld en we kunnen vertrekken.
Maar de rit is nog maar een uurtje bezig of de oudste dochter moet dringend een grote boodschap doen en de jongste vraagt of het nog ver rijden is. Slapen doen de kinderen niet, want ze zijn te enthousiast omdat ze op reis gaan.
En tot overmaat van ramp staan we uren vast in de file nabij Parijs.
Als we uiteindelijk toekomen op onze bestemming, zijn de kinderen zo opgefokt dat ze meteen willen gaan zwemmen. Maar wat willen de volwassenen doen?
Een pintje drinken, de bungalow bekijken en de auto rustig uitladen. Kinderen zijn meesters in de druk opdrijven, dus rustig uitladen kan je wel op je buik schrijven.
Op de duur zit het stressniveau tot tegen het plafond en heeft elke moeder sowieso de komende zes dagen nodig om te ont-stressen van de dagen die hieraan vooraf gingen.
Conclusie: ik ga op reis en ik neem mee… een wit wijntje!

Gaan met die banaan
Weet je wat het grote probleem is?
Mama’s blijven altijd maar doordoen. Wij tonen geen zwakte, wij tonen geen verdriet, wij moeten ten allen tijde stevig in onze schoenen staan.
Onlangs was ik op bezoek bij mijn bomma. Mijn bomma is een zeer sterke vrouw! Ik heb ooit tijdens een minigolf toernooi van de familie Tersago haar vals gebit door haar bovenlip geslagen (voor de duidelijkheid, dit deed ik niet opzettelijk).
Mijn bomma stond achter mij toen ik een fameuze zwaai aan mijn golfstick gaf. Ze had een hersenschudding, moest genaaid worden en kreeg een nieuw gebit. Ik voelde mij enorm schuldig, maar zij stelde mij telkens weer opnieuw gerust. Het was niet mijn fout, het was haar fout. Het was allemaal zo erg niet. Mijn bomma is geen klager, dat is ze nooit geweest. Het kon in haar ogen altijd erger. Ook heel de coronaperiode heeft ze zonder gezaag doorstaan. Tot ze enkele weken geleden viel…Nu is ze er slecht aan toe. Ze is 92 jaar oud en ze is haar zelfstandigheid volledig verloren. Ze kan niets meer zelf doen. Ze is verward, ze valt regelmatig, ze kan televisie niet meer volgen, ze kan de krant niet meer lezen… Ze is op!
Toen ik gisteren bij haar op bezoek was, was ze aan het huilen. De dagen duurden te lang. Zelfs als ze bezoek kreeg, duurde de tijd te lang. Ze wou gewoon slapen en niet meer wakker worden. Dit alles was ze aan het vertellen, tot een verzorger binnenkwam.‘Maria, ge moet zo niet huilen als er bezoek is, dat is niet leuk voor die mensen.’ Dat is wat die verzorger zei.
Ik kon mijn oren niet geloven. Mijn bomma die zich ellendig voelt, mag niet huilen bij bezoek. En waarom niet? Moet ze dan huilen als ze helemaal alleen is? Als niemand er is om eventjes naar haar te luisteren? Hoe ellendig moet ze zich dan wel niet voelen? Ook mijn vader heeft er moeite mee. Huilen, daar wordt hij ongemakkelijk van. En nu zeker bij zijn eigen moeder. Zijn moeder die zeven kinderen heeft grootgebracht. Een kranige dame, die nooit huilde, die nooit klaagde, die altijd sterk was, die nu plots verdrietig is.Toen de verzorger de kamer verliet, zei ik tegen mijn bomma: ‘Bij mij moogt ge altijd huilen bomma! Ik begrijp volledig dat ge het nu moeilijk hebt. Ik vind het helemaal niet erg dat je bij mij tranen laat.’. Ik merkte meteen dat ze rustiger werd.
Huilen is geen zwakte, durven huilen in een omgeving dat er zich ongemakkelijk bij voelt, is net ontzettend sterk! Ik heb het jaren niet durven doen. Jarenlang ben ik blijven doorgaan. Twee huilbaby’s, een onverklaarbare ziekte bij de oudste dochter, een partner die sukkelde met zijn gezondheid en studies, een scheiding…
De dag dat we de kindjes hebben verteld dat mama en papa uit elkaar gingen, stond ik ’s avonds pintjes te tappen op het schoolrestaurant. Surreëel voelde het aan, maar ik deed het wel. Gewoon blijven doordoen. Niet flauw zijn. Mezelf sterk houden voor mijn omgeving en voor de kinderen.Alles heb ik doorstaan, zonder een traan. Maar nu is het gedaan! Ik ga niet meer gaan met die banaan!

Karen Tersago